30/08/2007: Châlet Reynard (Sault)

  • Mazan – Chalet Reynard: 90,23 km | 4 :12 :19 | 21,5 km/h | 157 hfr

 

13:00, er staat wat wind zodat het niet zo heet is als maandag en dinsdag. Ideaal voor een uitgebreide rit door het Provençaalse landschap dus. Ik vertrek in de richting van Mazan, en sla in het centrum van het dorp rechtsaf op de D942 naar Villes-sûr-Auzon. De weg loopt licht bergop, en ik heb een prachtig uitzicht op de Mont Ventoux: een eenzame wolk werpt een schaduw op Het Bos van Bédoin, terwijl een andere wolk de berg lijkt te beklimmen vanuit Malaucène [1] .

 

In Villes kies ik de Route Touristique naar Sault, die me door de Gorges de la Nesque [2] zal leiden. Zodra ik de Gorges binnenrijdt wordt de weg iets steiler: 3 à 4 % met geregeld uitschieters naar 6%. Na een paar bochten krijg ik plots 2 fietser op een ligfiets in het vizier. Ik been ze makkelijk bij en laat ze na een korte “bonjour” ter plaatse. Eén bocht verder bemerk ik nog 3 ligfietsen. En er zijn als het ware zelfs 2 driewielers bij! Het trio lijkt echter te denken dat de weg hun privébezit is, want de 3 volumineuze vehikels palmen de volledige breedte in. Het kost me wat moeite om me voorbij het ligfiets-front te wurmen, zodat een “bonjour” van mijn kant er dit keer niet af kan. Zonder boe of ba fiets ik hen voorbij.

 

Nauwelijk een kilometer verder dokkert weer een drietal ligfietsers over de desolate weg. Wat is hier eigenlijk aan de hand zeg? Mijn benen voelen vandaag uitzonderlijk goed aan, zodat ik besluit het tempo op te drijven tot 23 à 24 km/h en de jacht te openen op alle voor mij uit fietsende ligfietsen. Ik storm op het trio af en verhoog mijn cadans tot boven de 100 om van hen weg te demareren. Dit heeft echter een sursaut d’orgueil van de gepasseerden tot gevolg, want tot mijn grote verbazing hangen ze enkele meters verder weer in mijn wiel. Ik hoor ze een relaxe conversatie voeren, en besluit om af en toe een verborgen tempoversnelling in te bouwen. Ik kan ze echter niet losgooien, integendeel: plots schiet een gele schicht van achter mij vandaan en verdwijnt in een mum van tijd uit het zicht.

 

Eén van zijn kompanen versnelt eveneens, maar ik kan zijn démarage opvangen en blijf naast hem rijden. De derde man van het gezelschap blijft pal aan mijn wiel hangen.

 

 

 

Tja, en dan rijd je daar, zij-aan-zij door de prachtige Gorges de la Nesque [3] … dan kan je evengoed een kleine conversatie opzetten natuurlijk.

 

Blijkbaar gaat het niet om één of andere speciale manifestatie, maar gewoon om een groepje vrienden dat regelmatig samenkomt om te (lig)fietsen. Terwijl we aan meer dan 20 km/h de Gorges beklimmen, keuvelen we lekker verder over de technische specificaties en pro’s / contra’s van ligfietsen en over het doel van de tocht.

‘Où est-ce que vous allez? A Sault?’
‘Oui, et après je vais monter le Ventoux jusqu’ au Chalet Reynard, descendre vers Bédoin et retourner à Mazan.’
‘Vous continuerez pas au sommet?’
‘Non, j’aurai 65 km quand j’arrive au Chalet, monter jusqu’au sommet serait trop dur.’
‘Vous avez raison: il y a trop de vent aujourd’hui.’

Plots vindt mijn gesprekpartner het welletjes, neemt afscheid en demonstreert dat je met een ligfiets verdomd flink van jetje kunt geven! Hij fietst gewoon van mij weg, schijnbaar zonder moeite. Even bekruipt me de lust om met hem mee te springen (mijn benen voelen best lekker aan), maar dan bedenk ik dat ik nog de Ventoux op moet en berg dat plan snel weer op.

 

Ik blijf achter met de derde ligfietser, die onwrikbaar en muisstil in mijn wiel blijft zitten. Zo dokkeren we een paar kilometer door. Plots zie ik door een opening in het bladerdek de bodem van de kloof: kurkdroog.

‘Il y a pas beaucoup de l’eau là bas!’
‘Non, elle est sèche !’

Aha, de Schaduw kan dus toch praten !

‘Etes-vous Hollandais?’

Hmmm, mijn Frans was dus niet bepaald accentloos te noemen, als die kerel me voor een Nederlander houdt! J

‘Non, je suis Belge’

Waarna het gesprek weer stokt. Bepaald geen praatvaar, mijn metgezel, of dient hij zijn adem te sparen?

 

Op een iets steilere strook krik ik ongemerkt het tempo iets omhoog, maar de Schaduw blijft aanklampen. Plots krijgen we nog een groepje ligfietsen in het oog. Ik besluit er naar toe te rijden met mijn compagnon, en daar dan te blijven hangen – hoe goed de benen ook mogen aanvoelen, deze raid door de Gorges kost krachten die ik zal nodig hebben op de Ventoux.

Zodra we echter aansluiten bij het groepje [4] roept de Schaduw:

‘Doubler, doubler, poursuivre!’

Mijn stille aanklamper is plots een menner geworden, en jaagt mij naar een steeds hoger tempo. Als we het groepje voorbijstuiven, hoor ik ze mijn Aanjager toeroepen:

‘Ah, tu veux être de retour à la maison le premier!’
‘Oui, j’ai trouvé un Belge qui va m’amener !’

Enkele hectometers verder, kan de Schaduw het tempo echter niet meer aan, roept me nog een aanmoediging toe en verdwijnt dan snel in de achtergrond. Eventjes schiet er een diabolisch genoegen door mij heen …

 

Na een solotochtje [5] [6] van enkele kilometer bereik ik het hoogste punt van de Gorges de la Nesque. Op de kleine parking van het belvédère [7] staan de 2 ligfiets-schichten hun kompanen op te wachten. Ik sluit me bij hen aan. Na een tijdje arriveert het groepje [8] dat ik op aangeven van de Schaduw ingehaald heb … maar zelf is hij er niet bij! Eén van de schichten informeert waar hij gebleven is, en het antwoord klinkt me als muziek in de oren:

‘Il s’est effondré, il va arriver plus tard.’

Ik kan maar ternauwernood een triomfantelijke grijns van mijn gezicht vegen J

Als de man uiteindelijk arriveert, komt hij me sportief de hand drukken en bekent hij dat hij dacht dat ik mezelf ging opblazen, maar dat hij enkel zichzelf in de vernieling heeft gereden.

 

Na een babbel met en fotoshoot [9]  [10] door een sympathieke pé-op-een-plooifiets (waar hij die week al tweemaal de Ventoux mee opgereden was!), besluit ik mijn tocht verder te zetten. Ik neem afscheid van de kleurrijke bende en vervolg mijn weg naar Sault – nu gelukkig bergaf.

 

Ik suis doorheen het pittoreske dorpje Monnieux en rijd op het einde van de Gorges de D942 weer op. In de verte zie ik Sault al hangen aan de heuvelrug – een prachtig zicht [11] . Bij het naderen van Sault loopt de weg weer steil omhoog, en eventjes toont mijn Garmin een gradient van 10%. Ik passeer langs de parkings van de wielertoeristen en begin de beroemde afdaling die contradictorisch de officiële start van de klim is [12] .

 

Zodra het klimwerk begint, voel ik onmiddellijk dat de jacht langs de Nesque mij een pak krachten gekost heeft, en dat het alle hens aan dek zal zijn om boven te raken, mietjeskant of niet. Traag tel ik de kilometerpalen af: nog 17, nog 16, nog 15, …

 

Ondanks de slecht staat van het asfalt en de reeds geleverde arbeid, loopt de klim veel vlotter dan maandag in de Groene Hel met een Streep Asfalt: mijn snelheid daalt zelden beneden de 12 km/h, en na 13 km klimmen kan ik die zelfs optrekken naar 16 à 17 km/h. Ondertussen is er wel een zeer stevige NNW wind komen opzetten, die me voortdrijft als ik in SW-richting rijd, maar die me fors in het gezicht blaast als de weg noordelijker loopt. Stilaan verzamelen er zich ook donkere wolken boven de Ventoux, en even ben ik bang dat ik zal verrast worden door een onweer. Ik ben dan ook opgelucht als ik de laatste kilometer van de klim bereik. Bovendien is die zo goed als vlak en tegen 25 km/h stuif ik naar Chalet Reynard. Exact 1:22:00 nadat ik aan de klim begonnen ben, rijd ik de parking van het wereldberoemde Chalet op (gemiddeld 15 km/h).

 

De wind raast nu genadeloos over de Ventoux, en ik ben uitermate tevreden dat ik niet door het Maanlandschap moet, maar onmiddellijk richting Bédoin kan duiken. In tegenstelling tot maandag kan ik een extra trui nu wel goed gebruiken, al is het door de felle wind een ware worstelpartij om het ding aan te trekken. Zodra ik begin te dalen, voel ik de zijwind op me in beuken en ik besef dat het niet zo’n leuke ervaring zal worden als de duik naar Malaucène van maandag. Aanvankelijk ligt mijn snelheid tussen 55 en 60 km/h, maar gaandeweg sijpelt het vertrouwen weg en zakt mijn snelheid naar om en bij de 45 km/h. Vanwege de verraderlijke zijwind durf ik niet op het randje gaan rijden, zodat ik al snel drie auto’s achter mij heb die mij niet voorbij kunnen. Driewerf vervelend dus, en de wind blijft aan me trekken, en de schaduwplekken in Het Bos bevorderen de zichtbaarheid ook al niet … leuk is anders.

 

Ik ben dan ook opgelucht als ik door De Bocht St-Estève binnenschiet. Het leed is echter nog niet volledig geleden, want de wind staat nu in mijn andere flank zodat ik constant naar het midden van de weg gedreven wordt. Niet bepaald prettig als je constant voorbij gereden wordt door auto’s en vrachtwagens! Tot overmaat van ramp is 30 augustus de eerste schooldag in Frankrijk, zodat er omstreeks 17u een drukte van jewelste heerst in Bédoin, en ik meermaals de voet aan de grond moet zetten. Voorbij het centrum van Bédoin jakker ik goed door in de afdaling op de D974 (tot 49 km/h), want ik wil zo snel mogelijk van de drukte én van de zijwind af zijn.

 

Ter hoogte van het dorpje Souquette verlaat ik de D974, om met een stevige rugwind tegen 35 km/h naar Mazan te suizen. Omstreeks half zes (exact 50 minuten na mijn vertrek aan Chalet Reynard) draai ik de kiezelweg naar ons vakantiehuisje op. Ondanks het winderige laatste uur, heb ik één van mijn mooiste tochten achter de rug!   

 

Als ik achter me kijk, zie ik dat Mont Ventoux volledig bedekt is door een dik wolkendeken [13] – terwijl er nergens anders een wolk te bespeuren valt. Brrr, blij dat ik niet doorheen het maanlandschap gefietst ben! 

 

route op Google Maps | route op Google Earth | foto’s

Tags: , , ,

10 Reacties to “30/08/2007: Châlet Reynard (Sault)”

  1. WFvN Says:

    Prachtig 😀

    Wij zijn dus niet de enigen die last hebben van ‘inhaalsyndromen’. ‘Wij’ ligfietsers hebben last van R.I.S. (Racefiets Inhaal Syndroom) maar jullie is L.I.S. blijkbaar ook niet onbekend 😉

    Lekker toch als je eens een keer lekker kan doorstampen in plaats van dat je alleen rijdt? Gewoon een ‘onafgesproken wedstrijdje’.

    De strijd tegen de bult op ga ik trouwens maar niet met je aan; mijn bak is 43 kg.
    Maar een leuk en herkenbaar verhaal, alleen dan van de andere kant.

  2. ligfietser Says:

    Je weblog wordt genoemd op de ligfietsmailinglijst
    http://groups.google.com/group/ligfiets/browse_thread/thread/9bf91a011155052

  3. WFvN Says:

    Je vraagt op m’n weblog hoe ik zo snel op je weblog terecht ben gekomen. Dat is via 2 wegen gegaan.
    Ik ben frequent bezoeker van de ligfiets mailinglist. Verder heb ik ook een news-reader die alle weblogs afsnuffelt naar ligfietsgerelateerde berichten. Deze keer stond jouw weblog er dus ook bij.

  4. meurten Says:

    Hallo WFvN,

    Ik heb ondertussen eens gegrasduind op jouw weblog… en het moet gezegd: indrukwekkend machientje heb je daar! Ik sta vol bewondering voor je technische handigheid. Ik kan nauwelijks een nieuw bandje leggen! :o))

  5. WFvN Says:

    Ik zie dat ik in m’n vorige berichtje een fout heb gemaakt (kwestie van niet goed lezen). Ik heb wat namen met elkaar verward, een bekende (notabene) had een reactie op m’n weblog geplaatst waarbij ik in de veronderstelling was dat jij een reactie had geplaatst. Maarja, ‘Wim’ en ‘Meurten’ is toch echt een totaal andere combinatie letters 😉

    Wat mijn ‘machientje’ betreft: een ding waar ik érg blij mee ben en nu al 2 jaar lang elke dag plezier aan beleef. Ik vind hem (zoals je wel begrijpt) niet geschikt om veel te klimmen; de paar bruggen die ik op m’n woon-werk-route moet nemen zijn al hoogtemeters genoeg. Geef mij maar lekker plat en lekker rechtuit.
    Over je handigheid: dat zal toch wel wat meer zijn dan ‘nauwelijks een nieuw bandje leggen’ gezien je smilie en zeker gezien de tochten die je rijdt. Zonder bandenvervangvaardigheden zal je zo’n tocht niet rijden lijkt me.

  6. meurten Says:

    Het berichtje op jouw blog is wel degelijk van mij hoor. Meurten is mijn “nickname”, Wim mijn echte naam.

    Over het vervangen van een binnenbandje doe ik toch gauw 20 minuten hoor! Binnenkort verschijnt hierover trouwens een leuk verhaal op mijn blog… stay tuned! :o)))

  7. Wijnandt Says:

    Dat doet mij goed om te lezen dat ik niet de enige ben die ’n eeuwigheid doet over het leggen van een binnenband. Buitenband is net zo erg. En daar komt nog bij het weer omwikkelen van de aandrijfkabel en van het elastiek.

  8. Q62 Says:

    Zal ik dan maar even een korte schriftelijke cursus banden omleggen geven?
    Uitgangspunt is dat elke band zonder bandenknecht is te monteren en bijna altijd zonder bandenlichters te demonteren.
    Demonteren:
    Lucht eruit en buitenband rondom naar het midden van het velgbed duwen. Een paar keer rond gaan met twee handen/van twee zijden. Telkens op het zelfde punt beginnen en aan de andere kant eindigen. Hierdoor ontstaat voldoende ruimte om de buitenband samen met de binnenband van de velg te duwen. Bij smalle (race)banden moet je soms toch een of twee bandenlichters gebruiken.
    Monteren:
    Binnenband iets oppompen en ventiel dichtdraaien. Binnenband in buitenband plaatsen. Ventiel in de velgsteken en meteen de buitenband op de velg leggen. Vanaf het ventiel in twee richtingen de band opleggen. Het laatste stuk zal wat zwaarder gaan, leg daar eerst één zijde van de buitenband op de velg samen met de binnenband. Vanaf het ventiel de band goed in het velgbed duwen zodat er aan de andere kant ruimte ontstaat om het laatste stukje op de velg te leggen.
    Een lekke band kost mij hoogstens tien minuten. Stoppen, banden afnemen, nieuwe binnen- en buitenband monteren, oppompen en weer vaart maken. Op de tweewieler kost het iets meer tijd omdat ik dan meestal geen nieuwe buitenband bij me heb en dus eerst de veroorzaker moet opsporen.

  9. meurten Says:

    Waaaaw, Q62, schitterende uitleg! Mijn grootste probleem is inderdaad altijd die laatste 20 cm van de buitenband erop krijgen. Als je daar bandenlichters voor gebruikt, loop je het risico dat je net gelegde binnenbandje “ontploft” … zoals ik een aantal weken terug voorhad (verhaal komt zeker nog op deze blog!).

    Ik vind het wel een mooi trucje om je binnenband in je buitenband te leggen: meestal leg ik mijn binnenband op mijn velg, en dan het buitenbandje daar omheen …

    De oorzaak opsporen is inderdaad zeer belangrijk: ik heb dat ooit nagelaten, met als resultaat 3 keer lek in zeer korte tijd!

  10. WFvN Says:

    De tips van Q62 zijn goud waard, ik pas die ook toe. Het is echter geen garantie dat het (betrekkelijk) gemakkelijk gaat. Je hebt verschil in banden, de ene leg ik zónder kracht (ja, echt zonder kracht), anderen moet ik alsnog flink martelen. De maten willen soms lichtelijk verschillen wat net het verschil kan zijn tussen vlot en martelen. Ook wil het verschil tussen vouwband of band met vaste hieldraad nogal wat verschil maken.
    Ook de velg maakt flink verschil. Een ‘dubbele’ velg waarbij de spaaknippels ín de velg liggen en niet bij de binnenband in de buurt komen, zijn vaak lastiger leggen dan de goedkopere velgen waarbij dus het velglint direct bovenop de spaaknippels ligt.
    Het liefst heb ik de combinatie:
    Iets ruimere vouwband met enkelwandige velg.

Plaats een reactie